gat in de rots (2)

Gran Canaria stond absoluut niet op m’n verlanglijstje als wandelvakantiebestemming. In m’n hoofd was het een eiland met enkel strand en veel toeristen. Toen m’n gitaarleraar  met het idee kwam om met het ensemble op een gitaarfestival in Santa María de Guía op te treden, ontdekte ik ook nog eens hoe belachelijk ver dat eiland ligt van Spanje. Dus moest ik die gitaaruitstap wel verlengen om het verre vliegen te compenseren, en zo ontstond het plan van een 5 daagse trekking in dat strandtoeristenland. 

Tsjooldag

We vliegen tegen 16u naar de luchthaven van Gran Canaria. Vandaag moeten we enkel nog een gasbidon vinden die op m’n gasbrander past en naar de camping gaan die wel op de kaart staat maar waarvan we vermoeden dat hij helemaal niet bestaat. We stoppen met de bus in Santa Lucia, een stadje met een tiental ‘ferreteria’s’, waar je gasbidons zou kunnen vinden. Helaas overal campinggas en geen schroefdraadsysteem voor primusvuurtje. Na een uur geven we de zoektocht op en kopen we een lomp vuur op campinggas. We nemen de bus verder tot aan Playa del Cura. M’n maag ontdekt als eerste dat het niet enkel een strandland is, met dank aan de ontelbare bochten door het berglandschap, en ook wel de rijstijl van de buschauffeur. Het is al donker als we afstappen. We wandelen 2km landinwaarts door de Barranco de Tauro en vinden de niet meer bestaande camping terug. Niet veel verder, een bruggetje over de droogstaande rivier vinden we een mooi plat stuk met picknicktafels in opbouw (of afbraak?) waar we kamperen.

Dag 1: Playa del Cura – Degollada de las Lapas

12,7km / 930m stijgen (extra: Montana de Tauro, 4,6km heen en terug, 230m stijgen en dalen)

Terwijl ik thuis een wintertrekkingscursus aan het volgen ben besef ik hier op m’n plastieken zeiltje onder de blote hemel dat ’t leven in zomerse condities toch wel een stuk aangenamer is. Al zullen we de volgende nacht de tent wel weer opzetten om het aantal muggensteken te beperken. Het is 8u ’s ochtends als we klaar staan om te vertrekken, in T-shirt. We wandelen langzaam omhoog langs reuzencactussen en eenzame bomen. Voor we aan de eerste steile klim beginnen gooien we onze rugzak aan de kant, halen ons zwemgerief boven en slaan even veel te optimistisch af naar Presia de Embudo, een meertje dat me op Google Earth nog gevuld leek. Helaas blijkt dat een mopje te zijn. Bij de eerste serieuze klim begin ik er pas echt van te genieten, ’t zijn toch wel echte bergen.

 

Ilse zit al zover in de bergsfeer dat ze het beeld van het wandelende gezinnetje in zwemshort en bikini aanschouwt alsof er plots marsmannetjes verschijnen. Omdat we al vrij vroeg aan Degollada de las Lapas toekomen gaan we ondanks de opkomende mist nog tot het topje van de Tauro, het uitzicht is nihil. Het hutje aan Degollada de las Lapas zou een fijne en vlakke bivakplaats zijn maar is z’n dak kwijt en functioneert nu jammergenoeg als toilet. Een beetje verder aan een splitsing zijn er ook wel een aantal vlakke vierkante meters. We beslissen dat wildkamperen op het pad hier geen probleem kan geven, gezien we maar vijf toeristen zagen op een dag.

Dag 2: Degollada de las Lapas – Presia de Soria

16km / 645m stijgen / 1005m dalen (extra: Montana de Tauro nog eens heen en terug)

We staan op bij een zalige zonsopgang. Goedgemutst start ik de dag met een van m’n recent ontdekte trekkersspecialiteiten: hét wrap-monsieurtje, een opgewarmde wrap gevuld met gesmolten kaas en wrapsaus. Ideaal bij een teveel aan gas en tekort aan water voor havermout. We laten onze tent nog even drogen in de zon terwijl we de Tauro nog eens opklimmen, nu met mooi uitzicht inclusief de Teide, de hoogste berg op Tenerif.

 

We traverseren langs een vrij steile wand tussen de naaldbomen tot bij Degollada de Cortadores. Ik bedenk dat ik stiekem blij ben dat die lelijke naaldbomen daar staan om de steilheid en afgrond die wat lager begint, te verbergen. Vanaf Degollada de Cortadores is het echter gedaan met bomen en lopen we stukjes over paden met loodrechte rots omhoog aan de ene kant en naar beneden aan de andere kant. Totaal nutteloos vraag ik aan Ilse, hoewel ik de kaart aan het lezen ben, of we wel nog juist zitten. Ik beslis alvast dat ik m’n blog zal schrijven dat het geen aanrader is voor mensen met veel hoogtevrees. Het is wel veilig en het zicht mag er wezen.

 

In El Caidero aangekomen plukken we de eerste verse appelsientjes, heerlijk! Ilse vindt een kast met watermeters en een kraantje en tapt er een paar liter af, ik volg haar voorbeeld. Léonie doet van pitje leggen, niemand zeggen. Het is een authentiek gezellig dorpje waar de mensen leven van hun geitjes die ze met de meest creatieve omheiningen bijeenhouden. We maken er een eerste kennis met de luid blaffende waakhonden, gelukkig altijd aan de ketting. Ik had een doorsteek voorzien om niet rond te moeten lopen via de weg, maar doorsteken en Gran Canaria blijken niet echt samen te gaan. Te steil, te cactus, te rotsachtig, we besluiten het vlot wandelende verharde pad te nemen.

 

Mega palmbomen balanseren op de stijle wand van de barranco de Arguineguin die een 200 tal meter lager ligt. Het plan was om een mooi plekje naast het Soria meer te zoeken voor de tent, helaas is het meer gekrompen tot een triestige waterplas waarvoor we teveel nutteloze meters zouden moeten zakken. Een voorbijganger vertelt ons dat het hier al 3 jaar niet geregend zou hebben. We zetten onze tent naast een jeeptrack met zicht op de gigantische betonnen stuwdam, ’t is lelijk maar vlak. Aan de overkant in het dorp wacht misschien wel een frisse cola op ons waar we al wandelend van droomden. We zijn helaas te lui om de oversteek te maken.

IMG_8327 (2)

Dag 3: Presia de Soria – Degollada los Hornos

15,5km / 1270m stijgen / 170m dalen

Het is maar een grijs weertje als we uit onze tent rollen. Zouden wij de eer hebben de eerste regen in 3 jaar tijd mee te maken, als we die man mogen geloven? Als opwarmertje van de dag mogen we direct omhoog langs een mooi paadje met verre zichten. Nog geen halfuurtje van onze bivakplaats komen we veel mooiere tentplekjes tegen. Dus mocht iemand deze tocht overwegen, sleep je toch nog dat halfuurtje naar omhoog!

 

Presia de Chira is het eerste goedgevulde meer dat we tegenkomen, en waarschijnlijk ook het laatste. Ik doe een wasje, m’n reisgenoten blijven liever stinken… Op m’n planning stond hier ook een water bijtank momentje gezien er een albergue op de kaart staat. We zoeken langs de omheining van het domein een ingang maar alle ingangen lijken gesloten te zijn. Uiteindelijk zien we iemand op het domein en roepen hem. Hij lijkt van ver niet de vriendelijkste en komt de poort op z’n dooie gemak openen. Léonie is er van overtuigd dat zij zelfs met rugzak sneller kan wandelen, en jawel, zelfs bergop steekt ze hem voorbij! We komen in een gezellige bende vrienden terecht die de albergue afgehuurd hebben voor een weekendje. We mogen onze flessen vullen, krijgen fruit en een douche aangeboden. Dat laatste aanbod hoeft voor mij niet meer. En m’n reisgenoten blijven nog steeds liever stinken…

 

We wandelen een goeie 7 km door naaldbos, een beetje eentonig tot Degollada de Cruz Grande. Het begint dan toch te regenen. De prachtige uitzichten die we zouden kunnen zien tussen Cruz Grande en Degollada los Hornos zitten helaas in de mist, maar dan nog is het een tof paadje.

 

We kamperen aan de afslag naar het uitzichtspunt voor Degollada los Hornos. Op het uitzichtspunt zelf is er veel wind en weinig zicht.

 

Onze eerste gasfles voelt al vrij licht aan. Léonie vindt de tweede nergens meer in haar rugzak. We draaien elkaars rugzak onderste boven. Stiekem sleurt Léonie een externe batterij zo groot als een leesboek mee, een gigantische toiletzak en dezelfde wandelgids als degene die ik ook mee heb. Maar het tweede gasflesje moet haar onderweg net iets te zwaar geweest zijn. Er zit ook nog ‘De acht bergen’ van Paolo Cognetti in diezelfde rugzak, maar daar klaag ik niet over gezien zij hem draagt en ik hem met veel plezier uitlees.

Dag 4: Degollada los Hornos – Cruz del Cabezo

21km / 915m stijgen / 1150 dalen

Alle mist is weg, we doen een tweede poging om meer te zien vanop het uitkijkpunt. Het zicht dat we zien door een natuurlijke fotokader in de rotsen is fantastisch. Zonder meer het beste van de hele tocht!

ochtend uitzicht (2).JPG

Na een uitgebreide fotoshoot zijn we weer op pad. Een mooi paadje – dat onterecht ontbreekt op m’n kaart – leidt ons naar de parking voor de start van de klim naar de Roque Nublo. Het pad is niet heel gemakkelijk te vinden, de afslag naar een klein gemakkelijk klauterstukje is even zoeken. Maar gezien m’n kaart me hier al zoveel in de steek gelaten heeft, gebruik ik bijna enkel m’n app op m’n gsm die me heel nauwkeurig de weg toont. Per toeval net voor deze reis voor het eerst geïnstalleerd, gewoon om eens te testen. Net op tijd dus, want met m’n 1:50 000 kaart waar heel wat paden op ontbreken, hadden we veel tijd verloren met zoeken naar de weg. Hoewel ik het nog altijd vals spelen noem als ik m’n gsm bovenhaal om de weg even te checken, moet ik toegeven dat het ook wel geweldig handig is.

 

Er staat een kraampje met verse ‘schuimkes’ op de parking, we laten ons even gaan. Op weg naar de top komen we wel een paar dagjestoeristen tegen, maar uiteindelijk valt het heel goed mee, misschien goed dat we er in de voormiddag al passeren.

 

Bij het afdalen kruisen we meerdere trailrunners, ik ben een beetje jaloers. Als we nog eens naar het gitaarfestival zouden mogen terugkomen, dan doe ik bij gelegenheid de tocht graag opnieuw al lopend. De paadjes zijn er ideaal voor! Beneden in La Culata drinken we een frisse cola en ruilen we ook voor één keer de wraps in voor iets anders. Ik kies zonder nadenken de tortilla, misse keuze. We wandelen een heel stuk langs verbrande struiken, het resultaat van een bosbrand in september.

 

Het pad op zich is wel mooi, traverserend langs een steile helling. Jammer genoeg kom je wel regelmatig terug uit op de straat. In Cruz de Tejeda proberen we nog aan gas te geraken maar zonder resultaat. Wat verder slalommen we tussen twee luid blaffende honden waarvan de kettingen zo uitgemeten lijken dat je net niet opgegeten wordt. Zelfs als grote hondenvriend heb ik het hier toch wat gehad met die waakhonden.

 

Het landschap begint te veranderen, we wandelen langs de Montanton Negro, een jonge vulkaan, en dalen af tussen de naaldbomen op Ardennen-achtige paadjes.

 

We nemen afscheid van Ilse die de volgende ochtend vroeg het vliegtuig terug naar huis neemt. Léonie heeft nog een energie boost, dus dalen we nog wat extra kilometers die we dan de volgende dag niet meer hoeven te doen. Terug uit de bomen gekomen genieten we op ons bivakplekje nog van de laatste zon.

IMG_20171203_175606475.jpg

Het vuurtje gaat als maar langzamer, maar blijft draaien tot de laatste gang van de menu. We smullen van nog een nieuwe ontdekking, de rijstpap van Dr. Oetker, enkel water en melkpoeder toevoegen en klaar! Ilse we missen je wel, maar we zitten er toch niet mee in dat de porties nu nog groter zijn.

 Dag 5: Cruz del Cabezo – Santa María de Guía

15km / 1150m dalen

We dalen af via open vlaktes, weides, wegen en als afsluiter nog een mooie kloof (barranco de la Furnia) tot in Santa María De Guía, waar we tegen de middag toekomen. Vele mooie zichten maar iets teveel straat.

 

Aangekomen in de jeugdherberg van Guía (die nog even wordt opengehouden voor de gelegenheid maar nu definitief sluit) verheugen we ons op een echte douche en een wasmachine om de overlast aan geuren te beperken voor de kamergenoten de komende week. Helaas, uit de douches komt enkel nog koud water en van een wasmachine kunnen we ook enkel blijven dromen. Dapper wassen we onze trekkerskleren met de hand en beseffen dat we écht wel vuil waren na zeven emmers water verversen. Klaar voor deel twee van de reis.

DSC_0274

 

Besluit

Het binnenland van Gran Canaria heeft me verrast! Verre zichten over het bergachtige binnenland met op de achtergrond de zee en met een beetje geluk de Teide. Tijdens het gitaarfestival deed ik nog een dagtochtje in de Tamadaba, qua zichten heel vergelijkbaar met het zuiden van het eiland. Persoonlijk zou de ideale tocht voor mij een combinatie zijn van de eerste 4 dagen tot op de Roque Nublo en dan afslaan naar de Tamadaba. Dan zou je een mooie tocht van een kleine week kunnen maken tot helemaal in het noorden van het land.

Hier vind je meer foto’s.

Praktisch

Bereikbaarheid:

Wij vlogen via Ryanair voor €120 met bagage naar de luchthaven van Gran Canaria. Met de bus geraak je vlot rond het eiland, het binnenland iets moeilijker.

Kaarten en wandelgids:

Hier vind je de route.

Kaart van Kompass Gran Canaria (1:50 000): Geen aanrader! Er ontbreken veel paden. Iemand raadde me achteraf deze kaarten aan, ik heb er zelf dus geen ervaring mee: Gran Canaria Tour & Trail Map van David Brawn / Discovery Walking Guides

App voor smartphone: Osmand. Je kan er gratis kaarten van OpenStreetMap op installeren. Ik stippelde m’n route uit op basecamp en voegde de gpx-track toe aan de app. M’n gsm (blackview BV6000) stond altijd aan op vliegmodus. Bij een splitsing zette ik de positie even aan en opende de track op Osmand (offline). Na 5 dagen had ik nog 50% batterij over. De positie werd ook, in tegenstelling tot m’n vorige gsm (wiko sunset), altijd direct bepaald. Hij is ook water- en stofdicht, dus een toppertje voor op trektocht. M’n eerste tocht met een outdoorgsm, voor zomerse tochten wil ik hem niet meer missen als back-up plan. Eind maart wordt ie ook getest op wintertrekking, maar voor de zekerheid wel in combi met een echte GPS. Klein detail, ga er niet mee zwemmen in zee, getest en mislukt…Voor de rest wil ik ook geen reclame maken voor dit model specifiek, veel miserie met het geluid bij oproepen, dus als hij definitief kapot is zou ik iets gelijkaardigs kopen van specificaties maar dan niet van een onbekend Chinees merk dat niemand wil herstellen in België.

Rother wandelgids: goed om inspiratie op te doen, maar niet noodzakelijk.

Bevoorrading:

Gasmiserie: Er is een decathlon op 20min bus van het vliegveld, jammergenoeg de verkeerde richting uit voor de start van deze tocht, maar misschien hadden we daar wel meer succes gehad. De winkel Grupo FT (Av de la Tejeda, 68, 35290 Maspalomas) stelde via mail voor om een gasbidon met schroefsysteem over te laten komen uit hun winkel in Lanzarote, maar gezien ik veel te laat gemaild had, ging hij niet meer op tijd toekomen.

Eten hadden we mee voor 5 dagen. Voor water kan je niet rekenen op riviertjes of meren. Die zijn zo goed als droog. Je passeert sowieso wel om de 1,5 dag iets van bewoonde wereld. Zo droegen we max. 5L water tegelijk mee. Ons waterplan:

  • Tsjooldag: start met 5L (waarmee we ’s avonds nog koken)
  • Dag 1: Geen water onderweg.
  • Dag 2: Tegen de middag in het dorpje El Caïdero
  • Dag 3: Plan was in de Albergue bij het meer van Chira, is gelukt maar had evengoed gesloten kunnen zijn. Beter bijtanken iets vroeger in Soria, een groter dorp.
  • Dag 4: Meerdere mogelijkheden (vanaf na de middag) in La Culata en Cruz de Tejeda
  • Dag 5: Niet meer bijgevuld, maar je passeert voldoende bewoning.

Periode:

Wij deden de tocht in december, het was t-shirtjes weer zonder dat we kookten van de warmte. Volgens de boekjes is november-februari de ideale periode om er in aangename temperaturen te wandelen.

Moeilijkheidsgraad:

De paden zijn allemaal eenvoudig te bewandelen, op een mini klauterstukje na op het pad tussen Degollada los Hornos en de parking voor de klim naar de Roque Nublo. Ik deed alles op trailrunners, lukt perfect. Voor iemand met echt veel hoogtevrees lijkt het mij geen aanrader, regelmatig wandel je langs steile wanden.